Aanbevolen post

Wintervoorn stekken

In het artikel, wintervoorn , is een manier besproken om te vissen op de wintervoorn. In dit artikel gaan we verder in op de verschillende l...

Wintervoorn

De waterplanten zijn afgestorven en de voorns verlaten de zomerplekken. De ruisvoorns zoeken de beschutting op. Plekken waar de wind geen vrij spel heeft en dit is vaak bij huizen, boerderijen maar ook langs boomrijen en bruggetjes. De luwte dus. De waterdiepte is minder van belang voor de ruisvoorns. Je kan ze aantreffen op dertig, veertig cm waterdiepte.
Ze zitten wel dicht tegen de bodem omdat daar het voedsel gezocht moet worden.

De blankvoorns trekken naar de diepe plekken om te overwinteren. Bekende plekken zijn de havens bij het IJsselmeer.  Met de trek van de voorns zie je ook de baarzen en de snoek wegtrekken achter de voorns aan. Dus heb je de voorns gelokaliseerd dan weet je ook waar de....

Alvorens over te gaan op de tips & trucs wil ik jullie verwijzen naar mogelijke winterstekken of vissen met een beetindicator link. Dit laatste is de methode die ik zelf gebruik of hanteer. Uiteraard is dit maar één methode.  Doe er je voordeel mee. Evenals de hieronder beschreven tips!


Hierbij nog de volgende tips:
1) Hou de vaste stok vissers in de gaten. Als zij vangen weet je zeker dat ze er zitten. Ga niet bij ze in de buurt vissen. De voorn daar is vooral gefixeerd op het lokvoer en aas van deze collega’s met de lange lat.

2) Gebruik een correcte onderlijn. Een standaard leader voldoet slechts bij zeer ondiep water en laat je nimf veel te traag afzinken. Veel beter is het om één lengte van bijv. 10/00 te gebruiken. Vuistregel is dat deze 1 ¼ maal de waterdiepte moet zijn. Wellicht dat je ermee moet oefenen qua werpen.

3) Zoek je vis op. Soms vang je op een bepaalde plek niets of juist kleine. De voorn zwemt in scholen. Niet zelden scholen van een bepaalde lengte. Verkassen kan het verschil betekenen tussen een topdag en een sofdag.

4) Het kan zomaar ineens ophouden met de vangsten en aanbeten. Probeer eens paar meter naar links of juist naar rechts. Zo’n school vis verplaatst zich vaak en die paar stappen kunnen je weer volop in in actie brengen.

5) De vis kan ook veranderen van diepte. Ze zullen vaak tegen de bodem aangetroffen worden. Soms moet je ze echter op half water zoeken of zelfs net onder de oppervlakte. Heb je eenmaal vis dan kun je uiteraard op die diepte blijven. Daarom is een verschuifbare beetverklikker handig.

6) De keuze van je nimf kan bepalend zijn of je goed gaat vangen. Niet alleen veranderen in kleur maar ook van formaat kan de sleutel tot succes zijn. Doorgaans is een goudkopje maat 12 prima. Ik heb echter dagen meegemaakt dat ik veel kleiner of veel groter moest om aan vis te komen.

7) In de havens tref je soms enorme scholen baarsjes aan. Ook die tonen veel belangstelling in je nimfen en kunnen soms een ware plaag zijn. Hoe langzamer je je nimf binnen vist, des te minder aanvallen van deze gestreepte rakkers. Zit er grote(re) baars die je juist wel graag wilt vangen? Dan juist sneller strippen dus.

8) Normaliter kun je best met twee of zelfs drie nimfjes vissen. Heb je echter een superdag ga dan snel over tot slechts één nimf. Het is echt niet leuk om twee of meer voorns van driekwart kilo elk te moeten landen op een #2 of lichter. Bovendien zorgt het voor lijnbreuk en alle nare gevolgen van dien.

9) Als je bekend bent op een water dan kun je tevoren wat kant en klare onderlijnen prepareren. Niets is erger dan er met steenkoude handen en een beetje wind er eentje te moeten gaan knopen.

10) Ten slotte, maar steeds belangrijker: Respecteer omwonenden, boteneigenaars, mede vissers. Spreek elkaar er desnoods op aan. Op steeds meer plekken vinden wantoestanden plaats die leiden tot een visverbod op deze zo unieke stekken.

Winter nymphen


- Redtags
- Fluor Nymphen

Onderstaande Nimph wordt op Vliegvissers.nl vermeld als goede wintervanger.
- Haakje nr. 16
- Tungsten 3,0 mm
- "Fuzzy bug (rood),


Afbeeldingsresultaat voor wintervoorn vliegen

Brasem:

Ook de brasem is in de winter te vangen met de vlieg. Een beetverklikker is in deze bijna noodzakelijk. De aanbeten lijken op een vastloper. Sla je te laat dan heeft de brasem de vlieg al weer uitgespuugd. Door deze aanpak zul je ook vaak misslaan voor je gevoel aangezien de vlieg eerder vastloop maar als je er één aan de lijn krijgt is het wel een belevenis.

Voor de winter en het voorjaar








Winternymph.JPG










Woolly Bugger

Eén van de bekendste en meest gebruikte streamers voor forel. Dit patroontje is in veel kleur combinaties uit te voeren. Een algemeen patroontje maar wel één die niet mag ontbreken in de vliegdoos!

Materials

Hook: 
Streamer hook size 6 to 12
Thread: 
UTC Ultra Thread 140 Denier die overkomt met de kleuren van de dubbing en de hackle.

Bead:
4 mm tungsten (hooksize 6). Ook deze zijn in verschillende kleuren te gebruiken. In plaats van een bead bij het oog kan ook lood rondom de haaksteel gebruikt worden. 

Tail and body hackle:
Whiting Soft Hackle & Marabou in dezelfde kleur combinaties:

Tail: 
Two strips of pearl colored Krystal Flash for the tail.

Body: 
Krystal dubbing. De Krystal dubbing wordt gebruikt voor de fijne natuurlijke rabbit dubbing met een minimum aan fibers. Hierdoor ontstaat er een mooie natuurlijke glinstering. 









                  











Vind de juiste diepte

Een artikel waard om te lezen en deze is overgenomen 
van de site http://www.ffinfo.nl/

Een WF Density (D) 3, 5, 7, een intermediate lijn of een drijvende lijn? Het is een ‘jungle’ om de juiste vliegenlijn te kiezen als je op een reservoir vist, zeker vanuit een driftende boot. De meeste vragen op beurzen, telefoon of schriftelijk gaan over vliegenlijnen; Waar, wanneer en welke moet je gebruiken?

Eind mei, we varen naar het raakpunt tussen de Zuid- en de Noordarm van Rutland (Engeland’s meest gereputeerd reservoir) op zoek naar overwinterde forellen, niet de stockies! Er staat een perfecte Zuidwesten-wind met afwisselend wolken en zon en met het parachuteanker drijft de boot precies met de gewenste snelheid richting dam. Onder een dik wolkendek zien we enkele vinnen de golven ‘breken’, tekenen dat de vis hoog zwemt, maar als de zon komt ‘piepen’ is er geen vis meer te bespeuren!

Welke lijn gaan we opzetten; een drijvende, intermediate of een traag zinkende. Of kies je toch voor nog een andere lijn?

Voor mij is de keuze snel gemaakt, het wordt een snelzinkende D7 want als je vis in de oppervlakte ziet hoef je niet ver te vissen. Zie je niets dan moet je de forellen dieper zoeken en dus verder werpen om de vliegen op diepte te laten komen. Veel vliegvissers raken ‘verward’ hoe je zinkende lijnen ook hoog kunt vissen en verliezen veel tijd met constant lijnen wisselen met verschillende zinksnelheden! Vorig jaar zat ik in de boot met Phil Dixon tijdens de Bob Church Classic in Rutland. Fantastische kerel en hij zal het mij zeker niet kwalijk nemen dat mijn keuze voor een D-7 de juiste was de eerste drie uur van de wedstrijd. De vis ‘speelde’ als een jojo. Dan weer hoog, dan weer laag en Phil wisselde voordurend van een D7 naar een D3 om in ‘contact’ te blijven met de vis. Na drie uren stonden er voor mij zeven vissen op het controleblad, voor hem slechts drie. Tegen het einde van de dag had hij de stand in zijn voordeel weten om te buigen want een tophengelaar als hij is ‘volgde’ en ging sneller dan ondergetekende.





Visie

De sleutel om succesvol met een D7 te vissen is de vliegen in het gezichtsvenster van de forellen te houden. Dat kan op verschillende manieren en gaat als volgt.

Stel je vist met twee blobs aan een zes meter lange leader met de dropper ongeveer twee meters van de vliegenlijn. Een nimf tussen de twee blobs kan ook! Het liefst houd ik de vliegen ver uit elkaar zo wordt de vis minder argwanend.

Zwemt de vis net onder de oppervlakte, dan tel ik na het uitwerpen tot tien en start met binnenvissen. Tijdens de zinkfase voel ik enkele ‘tikjes’, maar geen aanbeten. Bij het uitvissen worden de vliegen gelift en zie ik een volger. Dit is het sein dat de vliegen onder de forellen doorgaan en dus te diep zitten want het is pas als de vliegen in het gezichtsvenster komen (bij het zakken of het liften) dat je reactie krijgt. Dus vroeger starten of overgaan naar een D3, maar dat kost weer tijd! Krijg je geen aanbeet dan kun je tot twintig tellen en kun je weer binnenvissen. Met een D7 betekent dat de vliegen dan ongeveer 2,5 tot 3 meter diep gaan. De diepte wordt mede bepaald door de snelheid waarmee je binnenvist want de lijn zinkt door terwijl je binnenvist tot op het punt dat de vliegen naar de oppervlakte worden gevist.



Craig Barr met een nieuw Engels record bruine forel uit Chew Valey, bijna 17 pond.

Een andere tip om te weten hoe diep de vissen ‘hangen’ is aan welke vlieg vang je ze. Vang je enkele vissen aan de topdropper d.w.z. dat de forellen dieper zitten dan je vist. Jawel, dieper (als je met onverzwaarde vliegen of een boobie op de punt vist) want de vlieg het dichtst bij een zinkende lijn zakt het snelst, vist dus het diepst. Het antwoord is; of de leader inkorten of een zwaardere puntvlieg gebruiken of langer laten afzinken voor je begint binnen te vissen. Alleen als ik zeker weet dat de forellen langdurig in de oppervlakte vertoeven zal ik de lijn wisselen voor een D3 of een intermediate. Dit vist veel gevoeliger, je voelt als het ware elk ‘tikje’, maar denk er bij dat ook deze lijn (weliswaar minder) zinkt als je binnenvist. Om de vliegen toch relatief hoog te houden kun je als puntvlieg een booby aanknopen. Wordt ook wel eens ‘washingline’ genoemd en kan bij elke soort vliegenlijn worden toegepast!

Eerste kennismaking

Mijn eerste kennismaking met een ‘blob’ was tijdens de Fulling Mill finale in Rutland zo’n acht jaar geleden toen Tony Curtis mijn boatpartner was. De eerste twee uren waren de vangsten van beide nagenoeg gelijk, maar toen zag ik hem een andere vlieg (leek meer op een oranje ‘prop’) aanbinden en hij ging in overdrive met als resultaat zes forellen binnen het uur! Nog mooie vissen ook, allemaal tussen drie en vier pond en dit terwijl de forellen op buzzers en daphnia in de ondiepe delen van het meer aan het azen waren. Mijn oranje streamer lieten ze ongemoeid, maar de oranje blob…


Sedert dien zijn blobs niet meer weg te denken uit mijn vliegendoos en niet alleen in oranje. Het lijkt vreemd dat zo’n onecht uitziende vlieg zoveel vis vangt. Oranje blobs worden waarschijnlijk door forellenogen gezien als een ‘klompje’ watervlooien, maar wat zien ze dan in een zwarte, witte of goudkleurige blob? Geen zinnig antwoord op te geven alleen het feit dat een snel binnengeviste blob veel kabaal maakt in het water en dit de agressiviteit van de forellen aanwakkert. Het was opzichter in Rutland Water, Dave Doherty, die de blob introduceerde en intussen weten we dat een donker oranje blob beter scoort op Grafham terwijl een perzikkleurige blob de favoriet is voor Rutland Water.

Niet alleen

Er zijn vliegvissers die ‘vreemd’ kijken of reageren als je zegt dat twee, drie of zelfs vier vliegen op dezelfde leader meer vangen dan één! Meestal heeft het te maken dat de techniek om meerdere vliegen aan één leader foutloos te werpen ontbreekt, maar het loont echt de moeite om door te bijten. De dubbele strip en wind in de rug zijn de twee sleutelelementen om meerdere vliegen tegelijk mooi te serveren en binnen te vissen. Het is maar hoogst zelden dat ik slechts één vlieg aan de leader knoop.

Dat is bij helder, ondiep water, windstil of druk bevist water. Wat er ook in het water ligt, zwemt, zweeft of dwarrelt forellen zijn altijd geïnteresseerd en nemen een kijkje.

Dat wil niet zeggen dat ze ook toehappen. Juist daarom is het zo interessant om met meerdere vliegen te vissen. Wat zijn zo de goede combinaties? Stel wij gaan voor drie striksels en gaan snel binnenvissen. Als topdropper kun je best voor een attractor kiezen zoals bijvoorbeeld een blob of en fel gekleurde vlieg. De middendropper wordt een nimf zoals een Cruncher, Diawl bach, hazenoor of Pheasant tail. Op de punt komt een streamer met als voorkeur een Cats whisker of een Viva. Vis je traag dan zie ik graag een booby op de punt en twee nimfen op de droppers, zo blijven de vliegen op min of meer dezelfde diepte. Het is een kwestie van nadenken en uitproberen. Ik kan zeggen hoe, maar je bent zelf verantwoordelijk voor het resultaat. Doe je het fout zeg dan niet ik heb het gelezen want...Er zijn veel verschillende vliegenlijnen op de markt en een keuze maken is niet gemakkelijk, maar het kan niet fout gaan als je kiest voor de 40 plus en Sixth Sense lijnen van www.airflofishing.com of de nieuwste Nativerun G.Loomis www.gloomis.com low stretch vliegenlijnen of www.rioproducts.com vliegenlijnen in de WF7 en/of WF8 uitvoeringen. Reservoirvissen vraagt om meer dan één vliegenlijn wil je alle situaties de baas. Mijn keuzes zie je in onderstaand lijstje.

Meer dan één:

- Drijvende lijn
Wordt gebruikt als de vis in de oppervlakte en/of de bovenste waterlagen huist met droge vliegen, en onverzwaarde nimfen of floating fry op de cast. Bij weinig wind of windstil weer ook de aangewezen lijn om te ‘buzzeren’, zelfs tot zes meter en dieper!

- Intermediate lijnen
Veel gebruikte lijnen bij competitievissers. Kan als een slow, medium of fast intermediate gebruikt worden, maar ook als een Hooverlijn (lees net onder de oppervlakte vissen). Vooral met buzzers en nimfen en als washing line gebruiken.

- Slow intermediate
Kan je goed gebruiken bij dwarswind zodat de golfslag/wind je vlieglijn minder wegdrukt of als de nimfen tussen 0,50 en 1 meter water moeten gevist worden. Met deze lijn kun je zowel streamers, nimfen, boobies als buzzers vissen.

- Medium intermediate
Wordt nogal eens gebruikt als er met verzwaarde streamers op stockies wordt gevist.

- Fast intermediate
Een veel gebruikte lijn vooral als er moet gevist worden tussen 0,75 en 1,5 meter bij stevige wind en een snelle bootdrift. Goed voor de washing line techniek met boobies, nimfen en streamers.

- D3
De lijn die ik vaak gebruik! Vis je snel binnen dan kun je de vliegen hoog houden, vis je traag binnen dan kan je uiterst precies de diepte bepalen, zelfs met boobies. Een kwestie van oefenen.
- D5
Een vrij snel zinkende lijn die het midden houdt tussen een D3 en een D7. Wordt minder gebruikt, maar is ideaal om met boobies op kleine reservoirs te vissen of als je de vis moet ‘zoeken’ binnen vissend aan een constante snelheid.

- D7
Is mijn tweede favoriete all-round lijn die (zoals in dit artikel beschreven) kan ingezet worden bij veel verschillende omstandigheden. Zeker als er snel moet gestript worden of met boobies worden gevist. Om te vissen op ‘half’ water met nimfen zinkt deze lijn te snel.

- D8
Een echte ‘baksteenlijn’ en enkel te gebruiken als de vissen onwijs diep zitten (tijdens hoogzomer), zinkt te snel om ‘normaal’ te vissen. Voor beginners moeilijk te werpen!

- Midgetip
Een drijvende lijn met een korte slow sinktip (lees ongeveer 1 meter), ideaal om met buzzers in de oppervlakte te vissen of tussen wierbedden. Vist subtiel op schuwe forellen.

- Ghosttip
Een drijvende lijn met een 4,50 meter lange intermediate sinktip. Vist zeer ‘gevoelig’, met nimfen, tussen 1 en 2,50 meter.

Binddraad

Al het materiaal wordt met binddraad op de haak vastgebonden, behalve natuurlijk epoxy, smeltlijm en dergelijke. Binddraad is in vele kleuren, dikten en soorten te koop. Poly-achtig materiaal vindt je het meest, maar ook kevlar of gewoon dun nylon worden gebruikt voor streamers. De dikte varieert en wordt aangegeven met een getal: X/0. Naarmate de X groter is, is de draad dunner. Voor gewone vliegen wordt draad 6/0 gebruikt, voor extra delicate 8/0 of dunner en voor stevige vliegen, zoals streamers 3/0.



Het is bijna zover! De windes komen eraan!

Ik hoor verschillende vliegvissen al weer enthousiast worden (inclusief mezelf), de windes zijn in aantocht. Dit jaar blijft het lang koud en al is het begin maart met 's nachts nog vorst toch is de verwachting dat binnen twee weken we de eerste windes op de Hunze gaan aantreffen.
Dit water staat bekend om de winde trek en wordt vaak ook alleen maar in deze periode door mij bevist. Waarom? Goede vraag..
Wellicht dat de vissen op andere locaties zich makkelijker laten vangen? Vaak gure en koude wind en harde stroming. Ik weet het niet. Maar in maart wordt dit alles terzijde geschoven en zijn we nu bezig met de voorbereiding!


En ja beste (vlieg)vissers, van dit soort plaatjes gaan 
onze harten sneller kloppen.


Hoe gaan we de windes dit jaar te lijf? Van de ervaringen van de afgelopen jaren weet ik intussen dat droge vliegen geen uitkomst bieden. We zullen het moeten doen met verzwaarde natte vliegen maar dan ook flink verzwaard. Zoals je op de foto kunt zien stroomt dit water hard en de vissen liggen diep dus verzwaring is noodzakelijk. 

Om dit te bereiken gebruiken we tungsten kops of beads in combinatie met lood. Daarnaast een flink aantal vliegen want door de hoeveel stenen raak je nog wel eens een aantal kwijt. Neem dus eerder te veel mee als te weinig! 

Als lijn gebruiken wel een drijvende lijn met een tippet van 18/100. Voor de winde misschien iets aan de hoge kant maar je zult merken dat je het wel nodig hebt. En dan komen we op de vliegen!

Alexandria
Haak:  Nummer 1 t/m 8
Draad: black UNI 8/0
Staart: roode gans veren
Body: zilver platte tinsel + zilver ovale tinsel
Hackle: zwarte hen

Vleugel: peacock swords + red goose shoulders

Natte Patrick (met verschillende kleuren staartjes)
• Draad: binddraad UNI 6/0 of 8/0 in passende kleur
• Haak: Standaard droge vlieghaak in de maten 8 tm 14
• Dubbing: Ice dub (zwart)
• Hackle: Henne Hackles (Zwart)
• Verzwaring:  looddraad

Red tag
• Draad: binddraad UNI 6/0 of 8/0 in passende kleur
• Haak: standaard haak maat #10 – 18
• Body: pauwenfibers
• Staart: rood draadje wol
• Hackle: saddle hackle kleur bruin of zwart

Het is elk jaar weer spannend of de windes al of niet gearriveerd zijn. Het is lang koud gebleven waardoor de trek al of niet op gang is gekomen. Tevens is het gebied een broedgebied waardoor het binnen enkele dagen gesloten wordt. We gaan dus op pad en aangekomen bij de plek wordt het al snel duidelijk. De windes zijn gearriveerd gezien het aantal vliegvissers. Een aantal vissers hebben elke dag gepost om te kijken of ze al gearriveerd zijn. Dit was de tweede dag! Het gebied is groot genoeg dus we kunnen nog kiezen tussen het aantal stekken. Dat het vissen op winde taai is, is bekend! De vis komt hier maar op één ding en dat is paaien! Staat je hoofd dan naar eten?
Toch zijn ze te vangen maar hier hebben we de nodige moeite mee. Pas in de late middag konden twee windes de vliegen niet weerstaan. De dril zijn spectaculair en adembenemend. Welke vlieg, jawel de Natte Patrick. Zoals al gezegd wordt het gebied gesloten voor het broedseizoen. Volgend jaar een nieuwe ronde met nieuwe kansen! Maar dit jaar hebben we in de pocket!







































Buzzeren

Buzzeren is een andere manier van forelvissen dan de meeste vliegvissers gewend zijn. Er wordt gezegd dat je buzzeren moet leren! Dus niet snel binnen strippen. De forel ziet de buzzers al natuurlijk voedsel die ze al rondzwemmend om zich heen opslurpen. De forel ziet in deze een muggenpop. Op stilstaand water, dan spreken we met name over forellenputten, doen deze patroontjes het heel erg goed! Vooral omdat in dit soort wateren vele muggen uitkomen.

Er kan zowel vanuit de kant als vanuit de belly boat met buzzers worden gevist? Veelal worden er twee buzzers aan een drijvende lijn onder een beetverklikker of zalmeitje als beetverklikker gevist.. Een gangbare diepte is 70 en 120 cm. Als de aanbeten uitblijven kan er dieper worden gevist. Een beweging van het zalmeitje betekent een aanbeet en er dient dan ook direct aangeslagen te worden.

Bij de Bellyboat lijkt het buzzeren op verticalen. Het is wel belangrijk om de diepte te weten van het water. Ook in dit geval wordt er met twee buzzers gevist en deze laten afzinken tot net boven de bodem. Hierna kunnen de buzzers tergend langzaam, met achtjes, naar boven gevist. Hierdoor wordt de natuurlijke beweging geïmiteerd. De aanbeet is meestal slechts een heel kleine neerwaartse beweging van de hengeltop waarop je direct moet reageren. Lukt het je om de belly boat op één plek te houden dan worden je kansen behoorlijk vergroot.

Zoals eerder vernoemt kan je ook verticaal buzzeren. Meer hierover is te lezen in het volgende artikel 
link




Ook bij het buzzeren heb je te maken met verschillende grote maar ook qua kleur. De forel is niet heel het jaar met dezelfde buzzer te vangen. Meer hierover in het volgende artikel.