HACKLES: CAPES en LOSSE HACKLES
(bron: Frans Dohle Flyfishing)
Algemeen
Hacklecapes worden onderverdeeld in necken en saddles.
Verder heb je capes van hanen of van hennen.
Hanenveren zijn harder dan hennenveren en worden daarom vooral gebruikt voor droge vliegen.
Neckcapes komen van de nek van de vogel, saddlecapes komen van lager van de rug.
Een neckcape heeft een grotere verscheidenheid aan maten veren dan saddlecapes.
Saddlecapes bestaan meestal uit vooral grotere veren voor een beperkt aantal haakmaten.
Capes worden verder onderverdeeld in genetic en niet-genetic:
Genetic capes komen van hanen en hennen die, via een genetisch selectieproces, speciaal zijn gekweekt om hackles te leveren voor het vliegbinden.
Er zijn wereldwijd een beperkt aantal kwekers van dit soort capes (vooral Amerikaans); bekend zijn namen als Whiting, Metz, Keough, Ewing, Collins, Chevron Hackles (Engels).
Hun kweeklijnen stammen meestal af van een paar pioniers op dit gebied die zo'n 100 jaar geleden begonnen zijn met het kweken van hackles voor het vliegbinden.
Dergelijke pioniers zijn mensen als Andi Miner, Harry Darbee, Henry Hoffman, Ted Hebert.
De hanen waarmee deze kwekers destijds begonnen waren Engelse Game Cocks (een kleinere hanensoort die gekweekt werd voor de hanengevechten die toentertijd populair waren in Engeland). Deze hanen hadden harde veren en waren daarom zeer geschikt voor droge vliegen. Dat genetic capes afstammen van dergelijke soorten hoenders zien we vandaag de dag nog in de naam Red Game Cock, de naam van een bepaalde roodbruine kleur van hackles.
Genetic capes zijn kostbaar. De kwaliteit van de veren is dan ook hoog.
Niet-genetic capes komen van hanen en hennen die niet via genetische fokprocessen worden gekweekt.
Bekend in deze groep zijn de India capesen de Chinese capes. Dergelijke capes zijn aanzienlijk goedkoper maar de kwaliteit is onvergelijkbaar met die van genetic capes.
Toch zijn India nekken en dergelijke zeker nuttig voor het vliegbinden. In de eerste plaats zijn er in de natuurlijke nekken kleuren die niet in de genetic nekken voorkomen. Verder zijn de veren wat zachter wat voor natte vliegen en nymphen beter is dan genetic (ook een genetic hen heeft betrekkelijk harde veren).
En natuurlijk zijn India nekken ideaal voor beginnende binders om mee te oefenen.
Waar moet u op letten bij de aankoop van een cape?
Het goed nagaan van wat u er mee wilt binden is belangrijk; een genetic hackle is, op de haak na, het duurste onderdeel van de vlieg.Bedenk vooraf of je een genetic cape wilt of een India-achtige nek, dan wel een neck of een saddle.
Voor
droge vliegen kunt u het beste veren uit een genetic neck kopen.
Als je veel vliegen bindt in een beperkt aantal maten dan is een saddle cape te overwegen. Vraag echter wel vóór aankoop welke maat veren er in zitten: een saddle heeft meestal veren in maar twee haakmaten (dus bijvoorbeeld 10 en 12, of 12 en 14, etc) en u koopt dus makkelijk een verkeerde cape.
Voor
natte vliegen en nymphen zijn India-achtige capes prima.
Wat is verder belangrijk?
Een genetic cape heeft hackles met weinig web, ze zijn lang en recht. De schacht van de veer is dun zodat hij makkelijk wikkelt.
Om een goede droge vlieg te hackelen is zeker 2 cm hackle nodig, zonder het web en zonder de punt die nodig is om met een hackletang vast te houden. Kijk of een cape zulke lange hackles heeft. Verwacht zelfs in een topcape geen hackles voor haakjes maat 22 of kleiner (ondanks de verkooppraatjes in de reclame); in een topcape zitten wel hackles voor maat 22, maar ze zijn te klein om normaal te kunnen hackelen.
Kijk verder of er niet teveel afgebroken hackles in de cape zitten.
Daarnaast is de kleur van belang. Hou er rekening mee dat dit natuurlijk materiaal is en de ene haan is niet de andere. Toch zijn er wel wat algemene richtlijnen te geven.
- Natuurlijk zwart is zelden echt door en door zwart; meestal zit er wel een zweem van grijs door, dit is dus niet te vermijden (echt gitzwart krijgt u alleen in een geverfde cape).
- Bruine zijn meestal van goede kwaliteit, maar let wel op de achterkant van de veren; die zijn namelijk vaak veel lichter dan de voorkant en het verschil mag niet té groot zijn.
- Duns in allerlei tinten zijn moeilijk te kweken en worden daarom vaak geverfd aangeboden (dun-kleuren in India nekken komen haast nooit voor).
- Witte capes zijn vaak van mindere kwaliteit; let daarom vooral op bij geverfde nekken, want die worden geverfd op witte capes.
- Bij Badger en Furnace (hackles met een zwarte streep door de veer) mist bij de kleinere veren vaak die zwarte streep; let er op dat de héle cape badger-veren heeft en niet alleen de grotere veren.
- Grizzle capes zijn in het algemeen van goede kwaliteit.
Tot slot nog een belangrijke tip: De kwaliteit van hackle capes verbetert nog elk jaar. Wees dus voorzichtig met capes die al langer in de voorraad van een detailhandel zitten, want de kwaliteit is alleen al vanwege de ouderdom, minder dan van een recent gekweekt exemplaar.
Capes zijn er niet alleen van kippen
Ook van allerlei ander vogelsoorten worden capes gebruikt. Alleen noemen we ze daar skins. Soms worden hiervan onderdelen apart verkocht en vaak ook losse veren. Meestal zijn dat dan kop-, nek-, rug-, borst- of kontveren.
De meest gebruikte zijn:
COQ DE LEON
Deze veren komen van de zadel van een bijzondere hoendersoort uit de Leon streek in Spanje.
De fibers worden vooral gebruikt voor tails en voor wings van sedges. Voor de specialisten onder ons
Eend (mallard, smient en mandarijneend of woodduck)
De mallard is een van de meest gebruikte vogels voor het vliegbinden.
Voor alle veren van de vogel is wel een gebruik bekend, maar het meest toch voor de blauwe en grijze vleugelveren, de bronskleurige en de grijze flankveren, en voor de veren rond de stuitklier, de zogenaamde CDC-veren.
- Flankveren al of niet geverfd voor bijvoorbeeld allerlei toefjes wing op droge vliegen, maar ook voor bijv. parachuteposts en voor allerlei natte vliegen.
- De borstveren van het vrouwtje van de wilde eend, dé veer voor de peute-vlieg.
- CDC (Cul de Canard, oftewel: eendekont) voor droge vliegen
- CDC-oiler puffs zijn hele kleine CDC-veertjes, haast zonder schacht, die zonder verdere bewerking kunnen worden ingebonden als wing in bijvoorbeeld emergers en parachutes
- De blauwe vleugelveren worden gebruikt in onder andere de bekende Butcher.
- De grijze vleugelveren zijn dé standaard-veer voor de wings van natte vliegen en voor grijze vleugeltjes op droge vliegen
- De bronskleurige flankveren worden vooral gebruikt in zalm- en zeeforelvliegen
- Taling flankveren worden veel gebruikt in natte vliegen en in vliegen voor zalm en zeeforel. Het is hét materiaal voor onder andere de Peter Ross.
Gans (Goose)
De goose-biots (pootjes voor nymphen en voor steenvliegen).
Witte schouderveren van de tamme gans. Mooi voor allerlei witte vleugeltjes.
Pauw (peacock)
Veel gebruikte veren van de peacock zijn de herls en de zwaardveren.
- De losse herls zijn bronskleurig.
- De herls uit de eyes zijn meer groen van kleur.
- De zwaardveren worden vooral gebruikt voor de Alexandra.
- De diep-blauwe nekveren, dé veer voor de Goat's Toe.
- De vleugelveren van de pauw worden vaak gebruikt voor klassieke zalmvliegen
- Deze grote cinnamon-kleurige vleugelveren van de peacock zijn mooi voor vleugels van sedges
- peacock undertail. Deze veren komen van onder de staart van de peacock.
- De kleur is licht bruingrijs. De veren zijn gemiddeld 15 cm lang.
- Ze zijn mooi voor droge vliegen, bijvoorbeeld als substituut voor starling-veren (starling = spreeuw). Omdat de veren aanzienlijk groter zijn dan die van de spreeuw werkt het inbinden veel makkelijker.
- Dekveren van de vleugels zijn mooi voor allerlei vleugels.
- De donkere vleugelveren zijn grote veren die mooi zijn voor natte vliegen en donkere sedges.
Spreeuw
- De body-hackles worden gebruikt op natte vliegen, nymphen en spiders.
- De vleugelveren van de spreeuw zijn het traditionele materiaal voor de wings van droge vliegen.
- Vooral de secundairy quills (de wat bredere, zachtere vleugelpennen) geven hele mooie vleugeltjes.
- De vleugeldekveren zijn ideale hackles voor spiders en andere nymphen
- de nekhackles zijn heel mooi voor allerlei natte vliegen.
Fazant (pheasant)
Van de fazant worden vooral de centrale staartveren en de vleugels gebruikt, en dan zowel van de mannetjes fazant als van het vrouwtje.
- De staart van het mannetje is bekend vanwege het gebruik in de Pheasant Tail Nymph.
- De staart (en ook de vleugelveren) van het vrouwtje wordt vooral gebruikt in veel bindpatronen van sedges en van de Invicta.
- De marabou veren van de fazantenhaan (naturel) zijn mooi voor streamers.
Goudfazant
De veren van de golden pheasant worden in heel veel bindpatronen gebruikt. Bijna alle soorten veren van deze vogel zijn wel in kunstvliegen terug te vinden
- topping crest (de ‘kam’)
- tippet collar (de kraag)
Patrijs (partridge)
- Marabou veren voor kleine streamers
- De hackles van de zijkant worden vooral gebruikt in meivliegen (mn. van de french partridge oftewel rode patrijs)
Kalkoen
- De witte punt van een staartveer van een kalkoen. Voor klassieke zalmvliegen.
- De oak-vleugelveren zijn heel geschikt voor allerlei toepassingen als wings of als thorax in nymphen. Hét materiaal voor de Muddler Minnow.
- Biots van kalkoenveren. Deze zijn langer dan die van gans.
Woodcock (Houtsnip)
Een mooi getekende veer voor allerlei nymphen en natte vliegen, bijvoorbeeld voor de bekende serie vliegen voor forelvijvers, de Woodcock & Green, de Woodcock & Hares Ear, etc.