In welk water komt de winde voor?
Het IJsselmeer, de randmeren en de rivieren zijn typische winde wateren. Maar ook het de wateren als de Hunze zijn vanaf februari de windes goed te vangen. De windes trekken vanaf eind februari naar de paaigronden en dan zijn de plekjes zoals op onderstaande foto's de ideale locaties om windes te vangen.De windes verzamelen zich graag bij gebieden met wisselende stroming, sluizen en vooral bij stuwen. Maar ook waar watertjes samenkomen!
Op wat voor vliegen zijn de de windes te vangen?
Zoals eerder gezegd is de winde vanaf eind februari al te vangen. Maar waar zijn deze mee te vangen.
De algemene stelregel is hoe kouder hoe dieper dus bij aanvang zal je vrijwel altijd met de nimf. Als de temperatuur toeneemt zal je de winde voornamelijk vangen met natte vliegen. Dit is vanaf mei veelal het geval. De natte vliegen kan je in het begin nog verzwaren. Bij nog hogere temperaturen is de droge vlieg een uitkomst. Of de winde met een droge vlieg te vangen is, is makkelijk te testen door droog brood te strooien. Zie je dat er flinke kolken ontstaan op het watervlakte dan is dit een bewijs voor de droge vlieg.
Mogelijke vliegen:
Nimf: Redtag nimf, Walter’s chenille nimf, Montana nimf en de Pheasanttail nimf.
Natte vlieg: Black zulu, Natte Patrick, Peter Ross.
Droge vlieg: Zwarte palmer, Langpootmug, Black gnat, Deerhair sedge.