Aanbevolen post

Wintervoorn stekken

In het artikel, wintervoorn , is een manier besproken om te vissen op de wintervoorn. In dit artikel gaan we verder in op de verschillende l...

Vliegvissen op stromend water

Nederland hebben we niet veel rivieren om op te vissen, zeker geen kleine stroompjes en beken waar we forel op kunnen vangen. Als vliegvisser willen we dan ook graag naar het buitenland om daar eens op stromend water forel te vangen. De vraag is dan alleen waar dat ze precies zitten op deze riviertjes. Ik hoop dat ik daar met dit artikel een antwoord op kan geven en dat je er je voordeel mee kunt doen.

De rivier lezen
Het is belangrijk om inzicht te hebben waar de vis zich ophoudt, je moet dan ook niet meteen de rivier in stappen of je lijn strekken in de hoop dat er een vis in je vlieg gaat bijten. Neem, bij voorkeur een hoger gelegen gedeelte langs de rivier, waar je goed uitzicht hebt over een groter stuk. Een polaroid zonnebril kan je daar bij helpen omdat je dan weinig tot geen last hebt van de schittering van het water. Ga nu op je gemak te rivier bekijken je zult wat forel zien die stijgt of aan het rusten is. Om een beter vliegvisser te worden moet je namelijk weten waar de vis graag rust en waar dat hij stijgt om insecten te vangen.



Eerst een aantal tips
Om te beginnen zorg dat je een polaroid zonnebril hebt. Zoals ik al eerder aangaf geeft dit je de mogelijkheid om door de spiegeling van het water heen te kijken waardoor je beter ziet wat zich zoal onder het wateroppervlak afspeelt.
Het tijdstip van vissen is natuurlijk ook van belang. Zorg dat je vroeg of laat op de dag gaat vissen. Wel is het zo dat je midden op de dag als de zon hoog staat een beter zicht hebt op waar de vissen liggen. Dit onder meer doordat je ook dan minder last hebt van de schittering van de zon op het water. Hierdoor heb je een beter zicht op wat er zich onder water afspeelt. De vissen foerageren meer aan het begin van de dag en aan het einde, aan het einde van de dag heb je het voordeel van de hatch. Insecten vallen dan vaker op het water waardoor de vissen hier actiever op azen.
Benader de rivier voorzichtig. Trillingen worden door water erg goed doorgegeven. Stampend naar een rivier lopen geeft trillingen door in het water waardoor de vissen gealarmeerd worden en weg zullen gaan of erg voorzichtig worden. Langzaam en zachtjes de rivier benaderen is dus het advies. Blijf hierbij ook zo veel mogelijk in de schaduw en zorg er voor dat als je de rivier in stapt je dit langzaam en zachtjes doet. Probeer hierbij zo min mogelijk rimpeling in het water te veroorzaken.
Kijk of je schaduw van de vis kunt ontdekken. Vissen zijn door de evolutie aangepast op het zo onzichtbaar mogelijk zijn in het water. Veel vissen zul je daardoor niet snel zien als je bij de rivier aan komt. Staat er echter een mooi zonnetje dan zie je de schaduw van de vissen op de rivier bodem. Dit verraad voor jou waar de vissen liggen.

Leren hoe je de rivier leest
Nu je de rivier hebt bestudeerd en weet waar de vissen liggen in de rivier wordt het tijd om te uit te vinden waar de vissen liggen die je niet zo kunt zien. Dit zijn de meeste vissen in de rivier en het is dus belangrijk om te weten waar dat zij zich ophouden. Weet je waar deze vissen zich ophouden dan gaan je vangstkansen een enorm stuk vooruit.

Omdat je niet alle vissen kunt zien is het van belang om te weten waar de vis zich in de rivier bevind. Alle rivieren hebben een vergelijkbare opzet waardoor je, als je de rivier kunt lezen, je vangstkansen aanzienlijk kunt vergroten. De vissen bevinden zich altijd op vergelijkbare locaties. Dit als ze aan het rusten maar ook als ze aan het jagen zijn op insecten.

Snel stromend water wordt vertraagd door poelen en versneld door ondiepe stukken en smallere stukken. Een rivier bevat altijd wel een aantal poelen en rotsen, achter de rotsen is de stroming bijvoorbeeld ook langzamer. De vissen zullen altijd de rustigere gedeelten opzoeken. Hierdoor hoeven zie niet onnodig energie te verspillen aan het op een plek blijven liggen. De vis gaat dan ook zo economisch mogelijk om met zijn energie. Let hier op als je de rivier aan het lezen bent. De vissen zullen dan ook in de poelen, voor en achter rosten liggen op de gedeeltes van de rivier waar de stroming het minst sterk is. Dit om energie verspilling tegen te gaan.

De stukken die ideaal zijn
Opstuwingen, het water wordt voor rotsen en net achter rotsen opgestuwd. Door het opstuwen van water wordt de stroming vertraagd. Vlak achter de rotsen waar het water omheen geleid wordt ontstaat ook een luwte, de twee waterstromen komen namelijk niet direct achter de rots weer bij elkaar.
Rivieroevers, langs de oevers van de rivieren stroomt het water ook langzamer. Dit zijn dus ideale stukken voor de vissen om rustig te liggen, let hierbij wel op dat je niet de binnenbocht neemt. Daar stroomt het water weer sneller, in de buitenbocht is de stroming weer langzamer. Tevens heeft de rivieroever ook nog het voordeel dat door de kanten er vaak schaduwen zijn zodat de vis daar extra dekking heeft.
Omgevallen bomen. Ook omgevallen bomen breken de stroming. Ze voorzien de vissen van schaduwen en de kans is ook groter dat er insecten op deze bomen zitten die vervolgens in het water vallen en de vis van voedsel voorzien. Het nadeel van omgevallen bomen is voor de vliegvisser wel weer dat je er goed in vast kunt komen te zitten en daardoor de kans loopt op het verspillen van een aantal van je vliegen.

Hoe lees je de rivier
Onderstaande afbeeldingen laten zien hoe de opbouw van een rivier is.







De kop van de poel
Na een stroomversnelling voor het begin van een poel noemen we de kop van de poel (head of the pool), het einde van de poel waar de rivier weer ondieper wordt of smaller noemen we de uitlaat van de poel (riffle) en dan hebben we natuurlijk de poel zelf (gut). Vlak na de stroomversnelling ligt de vis vaak te wachten op insecten die eerder in het water zijn gevallen en via dit lopende buffet in de poel terecht komen. Hier zal de vis zicht dus veelal ophouden zodat hij zonder veel inspanning goed kan voeden. De insecten komen hier veelal onder water in de poel terecht waardoor hier goed te vissen is met nimphen en natte vliegen.

Het einde van de poel. Dit is waar het water weer ondieper of smaller wordt. Hier valt weinig voedsel te vinden en is dus niet echt een ideale plek om te vissen. Hier kan zich wel vis bevinden maar je kansen zijn groter aan het begin van de poel. In de avonduren kun je hier nog wel wat geluk hebben maar dan zul je meer moeten kijken naar de hatch. Als deze plaats vind en er veel insecten in het water vallen is ook dit nog een leuke locatie om het eens met de droge vlieg te proberen.

Vissen onder de oevers
Het vissen onder de oevers gaat het beste met streamers. Deze imiteren namelijk jong broed van de vissen welke beschutting zoeken onder de oeverbanken. Het vissen met streamers vergt ook minder techniek dan het vissen met de droge vlieg en zelfs minder techniek als het vissen met nimphen. Zeker de wat grotere vissen geven de voorkeur aan het eten van jongbroed omdat dit meer energie oplevert dan een insect. Hierdoor is het vissen met streamers onder de oeverbanken aan te bevelen.
Streamers zijn grote vliegen die snel zinken en het jongbroed van vissen imiteren. Het voordeel is dat vissen deze streamers ook daadwerkelijk zien. Door de streamer snel langs de vis binnen te strippen zal deze minder nadenken over wat het precies is en snel toehappen. Dit in tegenstelling tot de droge vliegen waar de vis eerst naar zal kijken en bepalen of deze interessant genoeg is om te pakken. De streamer zal dus in een impuls gepakt worden waardoor presentatie wat minder van belang is.
Om lekker met streamers te vissen is het aan te bevelen om een #5 tot max. #7 te gebruiken. Dit omdat je zwaardere vliegen gebruikt die makkelijker weg te zetten zijn met een wat zwaardere hengel. Ook zullen de vissen die je vangt wat groter zijn de de vissen die je met een droge vlieg, buzzer of nimph vangt.
Als je de streamer hebt ingegooid laat je deze even afzinken, vervolgens strip je deze met variabele snelheid binnen om zo een gewonde vis te imiteren. De uitdaging is om de juiste diepte en manier van binnen strippen te vinden. De presentatie van de streamer moet zo natuurlijk mogelijk zijn.

De beste tijd om met streamers te vissen
- Als je onder de oeverbanken aan het vissen bent
- In troebel water na een (flinke) regenbui
- Als de vis niet stijgt en er geen hatch is
- Als je in diepe poelen vist
- Als je snel veel verschillende soorten water afvist
- Als de temperatuur van het water en de omgeving nog laag is
- Als je in meren en op baars aan het vissen bent
- Als je grote vissen wilt vangen
- Als je onder uitstulpingen en versperringen (omgevallen bomen, bruggen enz.) wilt vissen
- Als je op grotere rivieren aan het eind van een poel, op grindbeden en stroomversnellingen wilt vissen.
- Op grote poelen met veel obstakels (rotsen) in het water

Snoekbaars

Snoekbaars

Bron: Sportvisserij Nederland

Algemeen
Ook de snoekbaars spreekt vele vissers tot de verbeelding. Veelal met doodaas wordt deze gevangen maar ook met de vliegenhengel is deze te bemachtigen. Ook is het mogelijk om gericht  op deze vissoort te vissen maar vraagt wel om aangepast materiaal. Daarnaast is dit één van de moeilijkere vissoorten om te bemachtigen.
Als hengel is een #7/8 vereist. Er dient gevist te worden met een sinktip of een volledige zinklijn. Bij grotere dieptes gaat de voorkeur uit naar een zinklijn.
De wateren die je voor het snoekbaarzen uitzoekt zijn meestal niet de wateren die je uitzoekt voor het snoeken.  Natuurlijk kan je ook wel eens snoekbaars vangen maar dat zijn dan echt bijvangst vissen. Het liefst zoeken we wat troebel water en als het kan met een lichte stroming. De snoekbaars zal hier zich vaak ophouden bij de plekken waar mooie bodem structuren te vinden zijn, en zeker ook rond de bekende obstakels zoals bij bruggen, dukdalven en bijvoorbeeld in de buurt van stuwen en gemalen en sla zeker de plekken waar pontjes varen niet over. Hier zijn vaak ook net wat diepere plekken te vinden welke zijn uitgesleten door de stroming. Ook onder bruggen en bij afgemeerde boten vind je vaak snoekbaars, ze zijn gek op de schaduwrijke plekken. Op plekken waar wat meer stroming staat vissen we altijd met de stroming mee, of zoals we ook wel zeggen “op de stroming”. Het is zeker niet zo dat de snoekbaars alleen maar tegen de bodem wordt gevangen. Vaak genoeg tijdens het afzinken van de streamer krijgen we onze aanbeten. Zeker op de dagen dat de snoekbaars goed los is zal je wel vaker de aanbeten op half water krijgen.
De maanden februari en maart, als de snoekbaars richting de ondiepe paaiplaatsen trekt zijn ze zeer goed met de streamer te vangen. Ook tijdens de opening van het roofvisseizoen is de snoekbaars nog vaak erg ondiep te vangen. De meeste snoekbaars vang je dan tussen de opkomende waterplanten of langs de ondiepe rietkragen. Zeker op de Randmeren dient er met deze visserij een onderlijn gebruikt te worden, we hebben namelijk nogal eens te maken met de bijvangst van snoek. De snoekbaarzen die op deze stekken vangen zijn vaak de mooiere exemplaren. Net als de maanden september en oktober als het speldaas zich weer gaat verzamelen richting havens en andere overwinter plekken de snoekbaars ook vaak bij de vernauwing van de havenkoppen ligt en zeker in de schemeruurtjes vaak zeer ondiep te vangen is. 
De montage die je kan gebruiken op de zinktiplijn is enkele een stuk fluorcarbon van 30/00 en dan van een centimeter of 50 tot maximaal 100cm, Hierop wordt een lichte speld gemonteerd voor het snel kunnen wisselen van de streamer. Vissen we met een tubefly dan gebruiken we hiervoor de tubefly rig met enkele haak en dan met de lus in lus verbinding. Wil je dichtbij de bodem vissen, gebruik dan een korte leader van rond de 50 cm, wil je iets verder van de bodem dan nemen we maximaal een leader van 100 cm. Afhankelijk van de gebruikte zinktip- of zinklijn zal de zinksnelheid tussen de 15 a 25 cm per seconde zijn. De stekken die wij bevissen zijn meestal tussen de 1 en maximaal 4 meter diep. Wil je wat meer zinksnelheid dan gebruiken we bij de tubeflies vaak 1 of 2 conehaeds, dit geeft onderwater ook nog eens een mooie klikkend geluid. Wat soms net die extra trigger is voor de snoekbaars. Vissen we op wateren waar veel snoek voorkomt dan gebruiken we altijd een leader van Graphite Metal Tresse. Het materiaal bestaat uit een kern van GSP (oftewel dyneema ), omsloten door een mantel van gevlochten platte RVS draad. Hierdoor is het extreem soepel, erg licht en sterker dan de meeste andere staaldraadsoorten. Het is makkelijk te knopen met alle gangbare knopen die we in de sportvisserij gebruiken. We gebruiken zelf meestal 6kg en 10kg van deze lijn deze 15kg en 20kg zijn meer bedoelt voor de snoekvisserij.

Herkenning  
1 De 2 rugvinnen zijn gescheiden, de voorste heeft uitsluitend harde stekels.
2 De bovenkaak loopt door tot achter het violet oplichtende oog.

Verspreiding
Ingeburgerd; algemeen. Komt voor in met name troebele en in diepe heldere wateren. Heeft daarbij voorkeur voor een stevige bodem.

Voedsel 
Hoofdzakelijk kleine vis.

De vliegen oftwel streamers voor de snoekbaars
De streamers die je voor de snoekbaars kan gebruiken zijn meestal de wat kleinere snoekstreamers zowel de tubeflies als normale streamers en de whistler ( zinkt met de haakpunt omhoog) ook de clousers zijn goed te gebruiken op snoekbaars. De meest gebruikte kleuren door ons zijn blauw/zilver, groen/goud en koper/goud en natuurlijk geel/zwart. Natuurlijk kan je hier weer eindeloos in variëren. Maar vooral goed zichtbare kleuren werken het best, op de donkere kleuren hebben we tot nu toe weinig succes. Met als uitzondering roestbruin met wat koper of goud flash. Ook streamers met bijvoorbeeld een kopje van foam zijn ook goed te gebruiken op een snel zinkende lijn, en door het binnen strippen van de lijn krijg je een mooie omgekeerde jiggende actie. Na elke strip wil de streamer weer iets omhoog in plaats van bij een verzwaarde streamer die juist weer wil dalen. Bijkomend voordeel van een drijvende streamer is dat je veel minder vast zit.








Baars





Bron: Sportvisserij Nederland

Algemeen
Iedere visser kent wel de baars. Het is dan ook een vis die je op veel watertypen aantreft. Polders, kanalen, vijvers, haventjes, rivieren etc. De baars wordt vaak als bijvangst gevangen tijdens het nymphen. Toch kan je heel goed gericht vissen op baars. Met een # 3 - 4 combinatie kan je prima aan de slag. Voor grotere baarzen is een #5 aan te bevelen. Tevens als je op de plekken  ook grotere rovers als roofblei, snoek of snoekbaars aan kunt treffen. 

Baarzen laten zich niet snel afschrikken en kunnen een prooi meerdere malen aanvallen. Ook al is dit een grotere hap. Je moet dan ook niet verbaasd staan te kijken als je tijdens het snoeken ook nog een baars vangt. De aanbeten merk je meteen gevolgd door korte spurts en bonken op de hengeltop. Grote baars blijft zo lang mogelijk diep. 


Herkenning  
1 De baars heeft 2 gescheiden rugvinnen, waarvan de voorste uitsluitend harde stekels heeft.
2 Op de achterzijde van de voorste rugvin bevindt zich een zwarte vlek.
3 Over het lichaam lopen een aantal verticale, donkere banden.

Verspreiding 
Algemeen. Komt voor in niet te troebele wateren.

Voedsel 
Eet allerlei dierlijk voedsel, maar boven een lengte van circa 15 cm vooral vis.

Vliegen
Er zijn geen echte streamers voor baars. Daar ze over het algemeen niet zo kieskeurig zijn kun je dus met vele soorten streamers aan de slag. De grootte mag variëren tussen de 3 en de 12 centimeter. Zowel natuurlijke kleuren als fluorescerende kleuren hebben succes.  Experimenteren is dus het credo! 



Winde

Winde

Bron: Sportvisserij Nederland

Herkenning
1 De bek is eindstandig.
2 De rand van de anaalvin is hol ingesneden.
3 Op de zijlijn liggen 56 - 61 schubben.

Verspreiding
Algemeen. Vooral in het IJsselmeer en aangrenzende wateren, in de Biesbosch en het Haringvliet en elders in de grote rivieren. Kan door uitzetting ook voorkomen in afgesloten wateren.

Voedsel 
In hoofdzaak insecten en kleine kreeftachtigen; soms ook kleine witvis.


Toelichting
Na een winter heeft de winde veelal de eer om het nieuwe seizoen te openen. Het startsein wordt gegeven als de watertemperatuur boven de tien graden uitkomt. De windes gaan paaien en de tocht vangt aan. Vanuit groot water trekt de winde naar ondiepere en liefst stromende watertjes met een grove zand/kiezelbodem. De windes die optrekken doen dit aanvankelijk niet aan de oppervlakte. Ze begeven zich over de bodem naar elders. Daarom is het in het vroege seizoen, zeker als het koud is, aan te bevelen ze daar dan ook te zoeken met verzwaarde nimfen. Ze mogen best fors en zwaar zijn.Voor vliegvissers is de winde een geweldige sportvis. Een prachtige vis met een behoorlijke vechtlust en zodra je hem aan de haak hebt geslagen, weet je niet wat je overkomt door de enorme explosie van brute kracht die hij tentoonspreidt om los te komen. Als je eenmaal verschillende windes hebt gevangen schijnt het dat je niet meer van de besmetting afkomt! Dat belooft wat..

In welk water komt de winde voor?
Het IJsselmeer, de randmeren en de rivieren zijn typische winde wateren. Maar ook het de wateren als de Hunze zijn vanaf februari de windes goed te vangen. De windes trekken vanaf eind februari naar de paaigronden en dan zijn de plekjes zoals op onderstaande foto's de ideale locaties om windes te vangen.
De windes verzamelen zich graag bij gebieden met wisselende stroming, sluizen en vooral bij stuwen. Maar ook waar watertjes samenkomen!





Op wat voor vliegen zijn de de windes te vangen?
Zoals eerder gezegd is de winde vanaf eind februari al te vangen. Maar waar zijn deze mee te vangen.
De algemene stelregel is hoe kouder hoe dieper dus bij aanvang zal je vrijwel altijd met de nimf. Als de temperatuur toeneemt zal je de winde voornamelijk vangen met natte vliegen. Dit is vanaf mei veelal het geval. De natte vliegen kan je in het begin nog verzwaren. Bij nog hogere temperaturen is de droge vlieg een uitkomst. Of de winde met een droge vlieg te vangen is, is makkelijk te testen door droog brood te strooien. Zie je dat er flinke kolken ontstaan op het watervlakte dan is dit een bewijs voor de droge vlieg.

Mogelijke vliegen:
Nimf: Redtag nimf, Walter’s chenille nimf, Montana nimf en de Pheasanttail nimf.
Natte vlieg: Black zulu, Natte Patrick, Peter Ross.
Droge vlieg: Zwarte Palmer, Langpootmug, Black Gnat, Deerhair Sedge.

  





Karper





Bron: Sportvisserij Nederland
Algemeen
Wie karpervissen zegt denkt niet meteen aan vliegvissen. Toch is met de vliegvis lat de karper te vangen. Het vraagt echter wel het juiste materiaal, de juiste omstandigheden en de juiste techniek! Dan is het goed mogelijk om de wellicht de sterkste vissoort die in onze wateren zwemt aan de vliegenhengel te vangen.
Vliegvissen op karper is op zicht. Voornamelijk bij dagen met hoge temperaturen en\of zon zie je de karpers aan het oppervlakte. Of je kunt de poldersloten afstruinen en kijken waar je bellen sporen aantreft. Alhoewel deze ook van brasems kunnen zijn is het toch ook vaak de karper die de bodem aan het bewerken is. Daarnaast kunnen rietkragen prachtige verklikkers zijn van de karper.
Bewegende rietstengels, Stengels die meer bewegen als de overige. Prachtige signalen die de aanwezigheid van karper verraden. In het begin zul je de signalen wellicht nog moeten ontdekken, hierna gaat er een nieuwe wereld voor je open! Het mooie vissen, struinend langs de waterkant op zoek naar De vis.
Om deze vis te kunnen bemachtigen worden er wel wat eisen gesteld aan je materiaal. Een gehaakte karper neemt vaak een geweldige run die het uiterste van je materiaal vragen. Hiervoor is een # 7/8 vliegenhengel geschikt met een reëel die voorzien is van een goede slip. Als lijn heb je wellicht voldoende aan 26/00 maar dan wel fluorcarbon.

Karpers zijn erg schuw en snel verjaagd. Maak nooit de fout om een vlieg vlak voor een karper aan te bieden. Het resultaat is meestal een grote boeggolf en een vluchtende vis. De vlieg moet zich al in het water bevinden in de baan en op de diepte waarop de karper zwemt.. De naderbij zwemmende karper moet zonder argwaan de langzaam of helemaal niet bewegende vlieg in het vizier krijgen. Een zalmei moet al helemaal niet worden bewogen maar moet tergend langzaam voor de karperbek worden geplaatst.

Zo’n zalmei imitatie heeft immers de neiging om te drijven. Dat kan een voordeel zijn als de karpers aan de oppervlakte azen. Na enkele worpen neemt het materiaal water op en zal de vlieg na kortere of langere tijd gaan zinken. Een en ander is afhankelijk van de hoeveelheid bindmateriaal en het gewicht van de haak; kortom je zult daarmee moeten experimenteren en ervaring opdoen. Maak voor de allereerste worp je zalmeitje goed nat en druk de lucht en het water eruit. Anders blijft die direct al drijven. Gebruik voor het binden van je karpervliegen stevige haken die niet uitbuigen. Een grote haakopening zorgt voor betere inhakingskansen. Zelf gebruik ik verschillende maten en typen karperhaken, formaat 6 en 4. Zo kan ik het gewicht van de vlieg en daarmee de zinksnelheid dan wel het drijfvermogen beïnvloeden.  Een groot landingsnet is nuttig en nodig om een flinke karper veilig en sneller te kunnen landen. Dat is ook beter voor de vis die je dan immers niet zo lang hoeft te drillen. 
Herkenning
1 In de Nederlandse wateren komen van de karper vier verschillende beschubbingstypen voor. Deze typen worden aangeduid als schubkarper, spiegelkarper, rijenkarper en naaktkarper. De volledig beschubde karper en de spiegelkarper zijn hierbij afgebeeld. Er zijn 4 bekdraden aanwezig,
waarvan 2 in de hoeken van de bek en 2 kortere op de bovenlip.
2 De rand van de lange rugvin is hol ingesneden.
3 De voorste vinstraal van de rugvin is stevig en getand.
4 Op de zijlijn liggen 35 - 40 schubben.

Verspreiding 
Ingeburgerd; algemeen. Karper komt met name door uitzettingen in veel wateren voor.

Voedsel 
Hoofdzakelijk insectenlarven, kleine kreeftachtigen, weekdieren en wormpjes.

Vliegen
Backstabber Carp Fly, Brood imitatie, Zalmeitjes,
Backstabber Carp Fly   










Brasem




Bron: Sportvisserij Nederland
Algemeen
De brasem is één van de moeilijker te vangen vis. Ook al komt deze vis overal voor toch blijkt het lastig te zijn om gericht op deze te vissen. Dit neemt niet weg dat ze niet gevangen worden. Zeer zeker, echter dit valt vaker toch wel onder de categorie bijvangsten.
Eén periode van het jaar is echter een uitzondering en dit is de periode voor de paaitijd. Dan verzamelen de mannetjes zich alvast op de paaiplekken. Ze lijken even helemaal niet op die schuwe, slome dweilen die we de rest van het jaar vangen. Ze zijn donker van kleur, vol witte paaiuitslag, en zo energiek als een jonge hond.

Om die reden is een dunne leaderpunt ook af te raden. Niet dunner dan 14/00, zou ik zeggen, anders sla je je vlieg er te makkelijk af. En die vlieg is een niet te kleine, onverzwaarde nimf, haak 10 - 12, met wat glitter en misschien een toefje rood. Gezien worden is nu even belangrijker dan nauwkeurig imiteren. De humeurige heren bijten namelijk eerder uit agressie dan uit honger.

Wanneer deze periode voor de paaitijd is? Dat is de grote hamvraag en als je het weet mag je het zeggen. Het is eerder de kwestie om deze paai plekken te weten of te lokaliseren. De tijd is elk jaar anders. De watertemperatuur schijnt ca. 12° te moeten bedragen bedragen, dus dan komen we ergens in mei of juni uit. Een wandelingetje langs de favorieten plekken is dus op zijn plaats en als het zover is dan vooral: metéén je slag slaan. Want zo'n herensociëteit kan twee weken duren maar ook slechts enkele dagen. En één ding is zeker, zo gauw de brasemdames zich bij het gezelschap voegen is er weinig aandacht meer voor je nimfje...
Als materiaal stelt een goede #4 en een tip van 14/00 fluor carbon je in staat om een brasem netjes uit te drillen. Op de grote rivieren mag dit zelfs een #5 zijn. Een schepnet is wel op zijn plaats want tillen met deze lijndikte is uiteraard uit den boze.

Herkenning 
1 Kleine exemplaren kunnen verward worden met de kolblei. Aantal rijen schubben boven de zijlijn, geteld volgens de schuin naar de rugvin gerichte pijl, bedraagt 12-14 (de schub op de zijlijn niet meegeteld).
2 De oogdiameter is kleiner dan de afstand van het oog tot de punt van de bek.
3 De bek is onderstandig en ver uitstulpbaar.
4 Op de zijlijn liggen 51 - 60 schubben.

Verspreiding 
Een zeer algemene vissoort in het Nederlandse binnenwater in zowel zoet als brak water.

Leefwijze 
Het optimale leefgebied van de brasem biedt zowel ruim, open water waarin de brasem in scholen naar voedsel zoekt als ondiepe, begroeide oeverzones, waar de paai- en opgroeigebieden zich bevinden. Is voor de paai minder afhankelijk van waterplanten dan bijvoorbeeld ruisvoorn of kolblei. Paait van eind april tot midden juni.

Voedsel 
Hoofdzakelijk insectenlarven, kleine kreeftachtigen, dierlijk plankton en wormpjes.

Vliegen
hare’s ear nimf, Red Tag met goudkopje, Goudkop Serenpendity, 


Blankvoorn





Bron: Sportvisserij Nederland
Herkenning 
1 De bek is eindstandig. 
2 Boven in het oog bevindt zich een rode vlek. 
3 Voorzijde rugvin boven voorzijde buikvinnen. 
4 Op de zijlijn liggen 43 - 47 schubben.

Verspreiding 
De blankvoorn is een vis van zowel stilstaand als stromend water, die in vele watertypen algemeen voorkomt.

Leefwijze 
De blankvoorn zoekt zijn voedsel in scholen. De blankvoorn paait in april tot juli. De paaiplaatsen liggen dicht onder de oever in zwak stromend, ondiep water met beschutting tegen golfslag.

Voedsel 
Voornamelijk slakjes en insectenlarven, soms plantendelen.

Ruisvoorn

Ruisvoorn

Bron: Sportvisserij Nederland

Herkenning
1 De bek is bovenstandig.
2 Voorzijde rugvin duidelijk achter voorzijde buikvinnen. 
3 Op de zijlijn liggen 40 - 45 schubben. 

Verspreiding 
De ruisvoorn is een algemene vis van helder, stilstaand of langzaam stromend water dat rijk begroeid is met waterplanten, afgewisseld met open stukken.

Leefwijze
De paaitijd valt in de maanden mei tot en met juli. De paaiplaatsen liggen in het soms zeer ondiepe water in de oeverzone. Hier worden de eieren aan wateren oeverplanten of aan ondergelopen gras afgezet.

Voedsel 
Het voorkeursvoedsel bestaat uit insecten en insectenlarven; ook worden plantendelen gegeten.


Snoek





Bron: Sportvisserij Nederland

Algemeen
Als de dagen korter worden en de temperaturen zaken zie je steeds minder vissers aan de waterkant. Het wordt guurder, kouder en de waterkant biedt minder comfort. Toch is er een groep vissers die nu klaar staan om in deze omstandigheden hun slag te slaan. De snoekvissers!
Met het kouder en korter worden van de dagen zoeken de vissen de winterplekken op. Tevens zie je de waterplanten afsterven waardoor er minder schuilplekken voor de snoek zijn.

Het kiezen van je materiaal voor het vissen op snoek is vrij eenvoudig. Een scala aan materiaal maakt het echter erg lastig om de juiste keus te maken, de merken vliegen om je oren en je budget is wellicht “echter” beperkt. De vuist regel die wij in de afgelopen jaren hebben kunnen maken is dan ook gebaseerd op de praktijk en niet op basis vanuit een commerciële filosofie.

Voor het vissen op grote snoek met “forse” streamers, ongeacht met wat voor materiaal, blijven wij bij ons standpunt. Een aftma 9 of 10 is van essentieel belang om op vette dames te gaan jagen, dit afhankelijke van de stek keuze. De keuze om te vissen met een hengel in deze klasse is gebaseerd op feiten en wederom niet vanuit de commerciële gedachten.

- Wanneer je in de nabijheid van obstakels vist dien je te vis te kunnen blokken. Bij het blokken van een vis vinden wij dat je de slip van de reel potdicht moet kunnen zetten. Een kwestie van buigen, breken of barsten speelt in dergelijke situaties parten. Het blokken van een mooie zoetwater krokodil gaat je met minder dan een aftma 9 hengel niet lukken.

- Daarnaast wordt er gevist op open en vaak grootwater. Hier hebben we vaak te maken met veel wind, een zinklijn met een flinke streamer, die dan ook nog soepeltjes te werpen moet zijn.

- Bij het zetten van de haak, is het prettig om dit te doen met een strip-stike. Het gebruik van een hengel met gevoel en body maakt het zetten van de haak niet alleen een stuk makkelijker, maar ook een stuk aangenamer. Het zal niet de eerste keer zijn dat een hengel met mindere aftma dubbel klapt en je hierdoor een kapitale vis lost.

Met betrekking tot de lijnen is het aan te raden een passende lijn te zoeken. Vaak voldoende een dirjvende of intermediate lijn prima i.c.m. met “snel” zinkende lijn. Deze lijnen bereiken in no-time de bodem. En deze lijn zetten we meestal in als er dieper als 2,5 a 3 meter gevist dient te worden, of als we zomers de streamers wat sneller willen vissen en toch op diepte willen houden. Zo bevis je in een korte periode veel water af waardoor je de vangkans vergoot op een mooie vis. Veel vissen betekent veel slijtage, hierdoor visten wij per seizoen één vliegenlijn op. Gelet op de resultaten vonden wij dit tot op heden geen probleem, echter hielden wij onze oren en ogen open in afwachting op de nieuw te leveren materialen. Door te zoeken naar en het testen van nieuwen lijnen zijn wij het afgelopen jaar begonnen met Big Daddy lijnen die een tefloncaoting hebben. Het resultaat is verbluffend, de lijnen vertonen na een flink en intensief seizoen nog geen gebreken! Zo kunnen wij dan ook beamen dat het investeren in duurzame kwaliteitsmaterialen loont.

Ook de snoek dient opgezocht te worden dus je bent struinend aan het vissen en legt binnen no time behoorlijke afstanden af. Zorg er dus voor dat je alles bij de hand hebt. Niets is zo vervelend om je onthaak tang bij je fiets of auto te hebben liggen als je een grote dame aan het drillen bent!


Herkenning
1 Anaalvin en rugvin bevinden zich ver achterwaarts op het lichaam.
2 De kop loopt uit in een platte, brede bek.
3 Het lichaam is getekend met goudkleurige stippen of strepen.

Verspreiding 
De snoek is wijd verspreid over het noordelijk halfrond. In Europa komt de soort bijna overal voor, behalve in het uiterste noorden. Buiten Europa wordt de snoek aangetroffen in Rusland, Alaska en Canada. In Nederland algemeen.

Leefwijze 
De snoek komt voor in de meeste watertypen in Nederland. De snoek heeft een voorkeur voor heldere wateren, omgeven door plantenrijke oeverzones. Waterplanten zijn vooral van belang als paaisubstraat en als schuilgelegenheid voor de jonge snoek. Snoek is al vanaf een lengte van 5 cm visetend. Snoek paait van half maart tot eind mei.

Voedsel 
Snoek eet hoofdzakelijk vis.

Vliegen oftewel de streamers
Streamers zijn er in verschillende kleuren, vormen en maten. Wat ik gemerkt heb is dat streamers met contrast de hoogste vangkans hebben.




Beekforel

Beekforel

Bron: Sportvisserij Nederland


Herkenning 
1 Op het lichaam komen rode en zwarte vlekken voor, die meestal blauw of wit zijn omzoomd. 
2 De bovengenoemde vlekken ontbreken op de staartvin. 
3 Er is een vetvin aanwezig. 
4 Dit is de niet-trekkende vorm van de forel.

Verspreiding 
Zeldzaam; aanwezig als dwaalgast. In verschillende beken wordt getracht door uitzettingen een natuurlijke forellenstand terug te krijgen. Ook komt de beekforel door uitzettingen voor in het Veerse Meer Leefwijze De beekforel is een standvis van stromende wateren, variërend van zeer smalle beken tot betrekkelijk brede rivieren. Voor een succesvolle voortplanting heeft de beekforel schone grindbedden nodig. De beekforel paait in de periode november tot januari. De beekforel verdraagt geen watertemperaturen boven 20 °C. Voedsel Insecten(larven), kleine kreeftachtigen en visjes.

Regenboogforel



Regenboogforel


Bron: Sportvisserij Nederland

Toelichting

Herkenning 
1. Over het gehele lichaam verspreid, inclusief de vinnen maar uitgezonderd de buik, komen zwarte stippen voor. 
2. Over beide zijden loopt een horizontale purperen band. 
3. Er is een vetvin aanwezig. 

Verspreiding Uitheems; vrij zeldzaam. Komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Wordt uitgezet in o.a. het brakke Veerse Meer en sommige andere Deltawateren. Uitzetting vindt ook plaats in kleine, intensief beviste hengelwateren. 

Leefwijze 
In Noord-Amerika kennen de meeste regenboogforelpopulaties geen trek van en naar zee. De paai vindt er plaats in beken, terwijl de dieren opgroeien in grote meren. Van en naar zee trekkende populaties (‘steelheads’) worden in veel mindere mate aangetroffen. Voedsel Voornamelijk insecten, insectenlarven, kreeftachtigen en soms kleine vissen.

Nymphen

Hierbij een overzicht van nymphen:

- Killer Bug
- Olive Gold-Ribbed Hare's Ear Nymph
- Diawl Bach
- Gold-Ribbed Hare's ear
- Copper John
- Pheasant Tail
- Prince Nimph
- Caddis Pupa Green
- Blue Wing Olive Nymph
- Redtag
- Emerger Pale Morning
- Goudkop Serenpendity
- Zugga Bug
- Hares Ear Nymph
- Copper cone head dun nymph

Pheasant Tail



bron Diptera.co.uk











Wants

Hook: 22- 10
Tail: fazantstaart fibers,
Body chenille, biots,
Tyre: binddraad
evt epoxy of uv glaslijm (bugbond)










La Riviere Verte Orgiginal

Materials

Hook - Streamer Hook 2 to 10
Thread - Gray
Tail - Turkey feathers fibers
Body -Dun dubbing
Rib- Copper wire
Wing- Deer body hair sparse









Dragon Fly

Material
Hook - Streamer hook # 2 to # 8
Thread - black
Body - OLIVE CHENILLE AND PEACOCK HERL
Legs- Mallard flanc feather
EYES-  bead chain eyes

Varianten zijn hieronder tevens opgenomen.









 Variant















Variant